vrijdag 15 november 2013

Waarom de lucht niet klaren kon


Ik schreeuw om hulp,
maar er is niemand die mij hoort.
Ik schreeuw, en schreeuw,

niemand die zich er aan stoort.
Schreeuw de laatste lucht uit mijn longen,
kom in grote ademnood.

Luister, luister naar mij terwijl ik niets te zeggen heb.
Alleen in mijn strijd, schreeuw ik het uit, luidkeels,
zonder geluid, vertellen mijn ogen het verhaal.

Tranen worden bevrijd.
Veranderen in lange stromen door groeven op mijn gelaat.
Het stille schreeuwen ben ik moe.

Wanhopig op zoek naar belangstellend publiek,
ga ik langzaam ten onder, wordt overstemd
door een uitzinnige menigte.

donderdag 7 november 2013

Koude rillingen

Gister werd het winter
kou maakte zich meester
van alles om mij heen

Gister werd het winter
alles wit, bedekt met sneeuw
alles lijkt zo sereen

Gister werd het winter
camoufleerde met dikke lagen
mijn laatste restje hoop

Gister werd het winter
bevroor ik mijn plannen
liet alles de vrije loop

Gister werd het winter
de herfst voorbij, geen lente meer
geen zomers meer ontbloot

Gister werd het winter
de tijd voorbij gegleden
rest mij nu slechts de dood

Gister werd het winter
kil winters beeld
ijzige pegels als tranen van verdriet

Gister werd het winter
Gister werd het winter



Hensem Poèt / 7-11-2013

maandag 4 november 2013

Geen man overboord




Een storm van verlangen
raast wervelend door mijn hoofd,
giert door mijn gedachten,
blaast mij alle kanten op.

Krampachtig biedt ik weerstand,
doch vergeefs sta ik te wachten
dat deze storm snel overwaait,
kalmpjes weer gaat liggen,

mijn hoofd te rusten laat.
De stilte voor de storm,
was toen ik jou niet kende,
jij was nog buitengaats.

Tot plots een windvlaag mijn gezicht beroert,
jou in haar kielzog met zich meevoert,
mij gijzelt in een onuitwisbare glimlach,
mijn gedachten bliksemsnel ontvoert.

Omvergeblazen besef ik veel te snel
dat ik mij in zwaar weer bevindt,
waar golven van emotie mij dreigen te verdrinken.
Zinloos wacht ik op de zon,

jij als regenboog vol kleur in mijn leven,
zodat ik me in jouw liefde kan bedrinken.
Stormachtig verlangen onbeantwoord,
zie ik hoe het op de klippen loopt,

schipbreuk lijdend,
al zaten we samen nog niet eens aan boord.
Verlies ik je, geef ik je over aan de storm,
bevindt mij in een draaikolk van verdriet, ...

In nachtelijk ontij verweven,
ontwaak ik, badend in mijn zweet,
als overvallen door de moesson,
de donderslag bij heldere hemel die mij deed beven.

Draai ik me langzaam om in bed,
aangenaam verrast door jouw aanwezigheid,
geef ik je snel een kus,
en laat de storm maar wat bedaren.


Hensem Poèt / 04-11-2013

Mis troost


Mis Troost




Zo stil
en levenloos
als zij daar lag.

Zo bleek
en vaal,
onnatuurlijk wit.

Zo vol pijn
en overmand,
verscheurd door rauw verdriet.

Niemand die zag
dat hij daardoor het leven liet.


Hensem Poèt / 04-11-2013

Ver-gaan


Ver-gaan


lichtvoetig
onaangetast
loopt men over straat

ijzig koud
kil
snijdend staal

angst
gegil
adem ontnemend geschreeuw

door merg en been
de menigte verstomd
zoekt kijkend om zich heen

een seconde
verstard
verward

nietsziend of zeggend
baant men zich een weg
gewenning

gelukzalig
onverwacht
ik adem nog

zinloos
denkt men
geweld

HensemPoèt / 04-11-2013